Na een opwarmertje met ringslangen in de Weerribben, begint het monitoring seizoen voor de Stichting Visserijkundig Onderzoek Oost Nederland dit keer ver van huis. Tegen de rand van het werkgebied van waterschap Vallei en Veluwe liggen mooie wateren in een uitgestrekte polder.
Met z’n viertjes op de polderkarper
Op zaterdag 20 oktober verzamelen we voor het eerst in deze polder. We zijn slechts met een viertal mensen, waaronder stagiaire Chris die met Hans mee is gekomen. We laten dan ook snel de boot te water, plaatsen een keernet en varen de zegen uit. Varen, omdat de oever plaatselijk voorzien is van dikke rietkragen, met direct aangrenzend diep water. Zodra we de zegen beginnen aan te trekken ontstaat er het nodige tumult in het water, dikke boeggolven en kolken verstoren het wateroppervlak.. Hoe dichter de zegen bij de kant komt, hoe wilder het er aan toe gaat. Helaas weten er ook vissen over het net heen te springen, het lijken wel dolfijnen. Als we de kuil binnen hebben gehaald blijken de nodige grote brasems en karpers de daders, al zullen het voornamelijk karpers zijn die wisten te ontsnappen. Naast gigantische brasems hebben we ook heel veel brasem in alle maten gevangen, opvallend omdat deze maten tegenwoordig vaak ten prooi zijn gevallen aan aalscholvers.
Na het doormeten van deze vis en terugzetten aan de andere kant van het keernet, gaan we de oevers elektrisch afvissen. Hierbij blijken de nodige karpers zich veilig te wanen in de oevers en rietkragen. Dit tezamen met de nodige witvis en snoeken van klein tot groot.
Het volgende water ligt een stukje verder, dus even alles oppakken en opnieuw traileren. Hierbij krijgen we helaas een plump water in de boot, maar onze stagiaire blijkt een goede, want voor we het weten is de boot volledig gehoosd. In de volgende plas herhaalt zich het spektakel nog een keer en zijn we weer lekker druk met een gevarieerd visbestand. Het is dan ook al 16.15u. als we in Eemnes aanschuiven voor een lekkere hap.
Volle kracht op woensdag
Woensdags staan we wederom in de polder, maar nu met een voltallige bezetting van zes personen. In het begin zijn we zelfs met zeven personen, want we hebben afgesproken met een medewerker van Natuurmonumenten om een hek te openen en samen te kijken hoe we het water het beste kunnen benaderen met de boot.
De eerste plas die we vandaag afvissen staat nog aardig vol met waterplanten e.d. obstakels. We kiezen er dan ook voor om deze alleen elektrisch af te vissen. We vangen in dit water een gevarieerd bestand aan kleine, plantenminnende soorten.
Het volgende traject is een plas een stukje verderop, maar om er te komen moeten we wel even traileren. Deze plas is een stuk kaler, dus hier kunnen we starten met een zegentrek. Deze blijkt echter niet gezegend, want
door meerdere takken en obstakels onder water, krijgen de vissen de nodige kansen om te ontsnappen. Een paar grote zeelten (50cm) een snoekje en een vracht blankvoorn en kolblei vormen de vangst. Als we elektrisch de oever uit vissen, vullen we dit nog aan met o.a. baarsjes, bittervoorns en vetjes.
Voor het vervolg moet de boot weer op de trailer en moeten we even een stukje omrijden. Daar treffen we twee trajecten die dicht tegen elkaar liggen en die we dus vrij vlot kunnen bevissen. Het laatste traject, een klein, ondiep plasje, doen we alleen elektrisch. Hier komen echter de eerste karpers van de dag uit, mooie slanke schubkarpers van een flink formaat!
Modderworstelen met vrouwelijk schoon
We zitten nog maar net in de auto, op weg naar de gehaktbal, of ik krijg een belletje van kantoor met de vraag of we nog een klusje kunnen klaren vandaag. Het blijkt dat er door de aanhoudende droogte weer ergens vissen in nood zijn, dit keer in Deventer. Na een vlotte hap gaan Hans en Chris met mij mee naar Deventer. Hier worden we verwelkomd door pers, omwonenden (met Jägermeister..) en heel veel toeschouwers. En niet te vergeten de nodige vissen, die al met de rug boven water zwemmen.
We besluiten om een snelle trek met een grove zegen te doen, in de hoop dat we daarmee het gros van de grote vis in elk geval kunnen redden. Gebaggerd blijkt er al een tijd niet te zijn, waardoor we tot de knieën door de bagger moeten baggeren om de zegen langs takken en dergelijke obstakels te sturen. Eenmaal aan de overkant blijkt dat we gelukkig heel wat vis in de kuil hebben gekregen. Deze moet er nu echter heel snel uit, om in kuipen te worden overgeplaatst naar een diepere kolk. De meeste omstanders blijken echter bang om vies te worden. Blij verrast zijn we dan ook als de wonderschone Julia de modder induikt om te helpen. Een flinke modderworsteling later zitten alle vissen in de kuipen en ga ik met Julia en haar vader onderweg naar de nabijgelegen kolk om de vis daar uit te zetten. Hans en Chris maken het materiaal vast schoon en gereed om in te laden, want ondertussen is de duisternis ingevallen. Moei, heel smerig, maar voldaan keren we rond een uur of acht huiswaarts.
Stromend water in het Vechtdal
Donderdag staan Hans en ikzelf weer in Junne om met Sportvisserij Nederland een visstand bemonstering uit te voeren in de nevengeul bij Junne. Een prachtig stukje natuur in het Vechtdal, met stromend water en natuurlijke obstakels als boomstammen. Om en om gaat een aantal mensen vissen en een aantal de vis doormeten. Heel veel stroomminnende vissoorten, waaronder winde en bermpje komen naar boven, maar ook soorten als zeelt worden gevangen. Mooie kopvoorns en tenslotte zelfs een kwabaal vormden de kers op de taart deze dag.
Misleiding op zaterdag
Zaterdag 27 oktober staan we voorlopig alweer voor de laatste keer in de polder. Er staan nog twee trajecten op het programma en we zijn met een voltallige bezetting van zes man. Voor het eerste traject moeten we echter wel een stukje varen, maar het water blijkt erg ondiep te zijn. Laten we zeggen dat iedereen die lopend ging, een stuk sneller bij het eerste traject was, dan ik zelf met de boot..
In de af te vissen plas staat gelukkig wel voldoende water, dus keernetje er in en snel de zegen uitvaren. Na een tijdje zien we al wat dikke boeggolven door het oppervlak kruisen en stijgt de spanning.. Hoe dichter de zegen bij de kant komt, hoe ruiger er het aan toe gaat en helaas weet er ook vis over de zegen heen te springen. Maar uiteindelijk zit er weer meer dan genoeg grote en kleine vis in de kuil. Grote karper, snoek en brasem doen onze vissersharten sneller kloppen.
Als we elektrisch de oevers hebben uitgevist en de hiervoor typische soorten ook hebben gevangen gaan we verder. Volgens de man van Natuurmonumenten is de laatste kolk ook via het water bereikbaar. Net voor de plas treffen we echter een groot stalen rooster in de watergang aan. Welk doel dit heeft ontgaat mij, maar in elk geval is het niet echt handig als je er met de boot langs wil. Gelukkig zijn we met zes sterke mannen en voor ik het weet is het zwaarste materiaal uit de boot gevist en gaat de boot het laatste stukje via het land de laatste plas in.
Met de zegentrek op deze laatste plas vangen we heel opvallend bijna alleen maar kleine brasem (tot 20 cm) en wat blankvoorn en kolblei. Groot is dan ook onze verbazing als we elektrisch heel veel mooie ruis- en blankvoorn vangen. Ook treffen we heel veel (meer dan 40) kleine snoekjes aan. Zo zie je maar weer dat je van tevoren nooit weet wat je in een water aan kunt treffen, het blijft altijd weer een verrassing.
Als alle vis geteld en gemeten is, heeft Anton ondertussen de trailer opgehaald en kans gezien om deze hier bij het water te krijgen, zodat we niet helemaal terug hoeven te martelen met de boot. Om een uur of drie sluiten we deze mooie klus in Eemnes af met een lekkere hap en gaat een ieder op de terugreis.
Hieronder nog wat foto’s, want met een mooie omgeving en leuke vangsten, maak je er daar heel wat van op een dag….